direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie - Watersport
Plan: Broek in Waterland - Van Disweg 4-6
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPKBRdisweg4011-va01

Artikel 3 Recreatie - Watersport

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Watersport' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en terreinen ten behoeve van watersport, waaronder de verhuur van boten, een verblijfsaccommodatie voor groepen, sanitaire voorzieningen, een niet overdekt zwembad, een werkplaats en opslag voor boten en horeca uitsluitend in samenhang met (of ten dienste van) en ondergeschikt aan de eerdergenoemde doeleinden;
  • b. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • d. water;
  • e. verblijfs- en kampeervoorzieningen ten behoeve van zeil- en kanokampen;

met de daarbijbehorende:

  • f. groenvoorzieningen;
  • g. erven en tuinen;
  • h. ontsluitingswegen en (steiger)paden;
  • i. parkeerterreinen;
  • j. kaden en dijken;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 680 m² bedragen.

3.2.2 Gebouwen ten behoeve van watersport

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van watersport gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van gebouwen ten behoeve van watersport mag ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van watersport mag ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • c. de gebouwen ten behoeve van watersport dienen met een kap te worden afgedekt;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 6,00 m bedragen .

3.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste 1 bedrijfswoning met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag ten hoogste 900 m³ bedragen;
  • d. de goothoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • f. de bedrijfswoning dient met een kap te worden afgedekt;
  • g. de goothoogte van een aan- en uitbouw of bijgebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw of bijgebouw mag ten hoogste 6,00 m bedragen.

3.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een niet overdekt zwembad mag ten hoogste 60 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bruggen mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van steigers mag ten hoogste 1,50 m bedragen;
  • d. de lengte van steigers mag, gemeten langs de oever, ten hoogste 200 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de weg mag ten hoogste 1,00 m bedragen, de bouwhoogte van overige erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogte 2,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overkappingen met open constructie mag ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van overig straatmeubilair mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • i. de bouwhoogte van antennes, m.u.v. schotelantennes, mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • j. de bouwhoogte van tuinmeubilair mag ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • k. de bouwhoogte van speeltoestellen van ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • l. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • m. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 3,00 m bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing indien dit in verband met de milieuregelgeving of verkeersveiligheid vereist is.