Plan: | Woningbouw sportcomplex Marken |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0852.BPKMAwoningbouwspo-va01 |
het bestemmingsplan 'Woningbouw sportcomplex Marken' met identificatienummer NL.IMRO.0852.BPKMAwoningbouwspo-va01 van de gemeente Waterland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een woning die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
gevel aan de achterzijde van het hoofdgebouw, met uitzondering van aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
een terrein waarin zich voorwerpen en/of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden;
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijfsmatige activiteit aan huis of een beroepsuitoefening aan huis, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
bouwlaag van een gebouw die ter hoogte van het maaiveld is gelegen;
een object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een vrijstaand gebouw op de gronden met de bestemming 'Tuin - Bleken', ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', dat zowel in bouwkundige als in functionele zin ondergeschikt is aan en ten dienste staat van een hoofdgebouw;
het kleinschalig uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig en/of technisch dienstverlenend gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel anders dan productie gebonden detailhandel en prostitutie, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik, bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak of overkapping;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
de begane grond of een verdieping van een gebouw waarbij per bouwlaag over 100% van het vloeroppervlak een plafondhoogte van ten minste 2,40 m aanwezig c.q. mogelijk is; een volledig onder het peil gelegen ruimte wordt hieronder niet begrepen;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een woonfunctie (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) of een andere gebruiksfunctie;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedoeld als overdekte stallingruimte voor personenauto's zonder eigen wanden of deuren.
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet worden gebruikt ten behoeve van een agrarische bedrijfsvoering;
een atelier, een bioscoop, een creativiteitscentrum, een dansschool, een dierentuin, een museum, een muziekschool, een muziektheater, een sauna, een theater, en/of een naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening ten behoeve van cultuur en ontspanning, alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte lichte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
waarden ontstaan door het gebruik (van bepaalde gronden) in de loop van de geschiedenis door de mens;
een uitspringend venster als onderbreking in een dakvlak voorzien van een eigen dak en van zijwanden;
een plat dak dat door de wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras. Een balkon (uitsluitend of op een erker) wordt niet als een dakterras gezien;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling voor verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
de bouwlaag op de begane grond;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw, achter de voorgevel van dat hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
een ondergeschikt bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, bouwhoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm, waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten (niet bedoeld weekmarkten), braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke;
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, rustpunten, vissteigers, picknickplaatsen, of naar de aard daarmee gelijk te stellen vormen van medegebruik;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
in het kader van het samenwonen van één of meer generaties in een bestaande (bedrijfs)woning of een bestaand woonschip en/of in daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, zodat de (zorg)taken in familieverband met elkaar kunnen worden gedeeld, wordt onder deze generaties verstaan: (over)grootouders, ouders, kinderen, kleinkinderen, broers en zussen;
een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat;
een geurgevoelig object als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij;
woning in de vorm van een twee-aaneengebouwde woning (twee-onder-één-kap woning), meer aaneengebouwde (rijtjeswoning) en/of vrijstaande woning;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, zowel ruimtelijk als functioneel als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een inrichting zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer;
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend vlak.
de in bijlage 2 'Lijst met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten' genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, met inbegrip van productiegebonden detailhandel, die door haar beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
energie die gewonnen wordt uit eigen kleinschalige perceelsgerichte bronnen, niet zijnde windmolens/-turbines, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte;
het bieden van kortstondige overnachtingsmogelijkheden. Eén of meerdere zelfstandige recreatieve verblijfsruimten in een gebouw of een woonschip en/of in daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt hier ook onder verstaan;
object zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
ligplaats voor elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend wordt gebruikt voor recreatief gebruik;
een open constructie, geen overkapping zijnde, aan een gevel, die al dan niet constructief deel uitmaakt van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk;
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.
een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied. Onderdeel van de natuurlijke waarden vormt steeds een beoordeling van de soortbescherming op basis van de Wet natuurbescherming;
het onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
kant van een vaart, kanaal, watergang of ander oppervlaktewater;
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
elk bijbehorend bouwwerk, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand, niet bedoeld een luifel;
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten;
de grens van een bouwperceel;
bewoning als hoofdverblijf dat zich in het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van de bewoner bevindt;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
niet permanente bewoning die plaatsvindt buiten het hoofdverblijf;
een gebouw dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven bestemmingsvlakken met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bestemmingsvlak;
een inrichting als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen waarbij een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsers op het erf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie met een picknickplaats met voorzieningen, zoals een picknicktafel, het verstrekken van lichte versnaperingen, informatie en het bieden van reparatiemogelijkheden voor fietsen;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
zoals bepaald in de Nota grondbeleid gemeente Waterland 2018 en iedere vastgestelde opvolger die ervoor in de plaats komt;
een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, dat kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen, verstrekken of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, wagen of tafel;
een aanleggelegenheid;
een naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw;
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.
de hoofdingang van de woning;
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel (straatgevel), die gevel die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
de denkbeeldige lijn die over een perceel kan worden getrokken, zoveel mogelijk aansluitend en evenwijdig aan de straatgevel(s) van het hoofdgebouw;
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.
de in acht te nemen maximale waarde als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en/of waterkwaliteit zoals duikers, dammen, stuwen, infiltratievoorzieningen, berm- en kavelsloten, inlaten, etc.
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten;
bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie;
het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform het begrip 'woning of wooneenheid:';
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen groep personen;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
dat deel van het erf dat naast het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ligt;
de gevel aan de zijkant van een gebouw.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren);
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf de waterkant tot het einde van de steiger;
tussen de binnenwerkse gevelvlakken en scheidingsmuren van alle ruimten die bij het meten worden betrokken;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. De inhoud van een bouwwerk wordt berekend exclusief ondergrondse ruimtes, zoals een kelderruimte;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, met inbegrip van overstekken, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, met inachtneming van het bepaalde in Artikel 9 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken';
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:
De voor 'Tuin - Bleken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken';
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd, met uitzondering van
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:
De voor 'Tuin - Bleken' aangewezen gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken';
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden zijn uitsluitend met de bestemming verband houdende andere bouwwerken toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken';
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 6.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, welke:
De omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
De voor 'Woongebied - Werf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken'.
Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mag uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van woningen als bedoeld in 7.2.1 gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de omvang en situering van de bebouwing vanwege de:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Woongebied - Werf' aangewezen gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden dieper dan 14 m onder het maaiveld plaatsvinden moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoond dat:
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 8.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Bouwen op gronden met de bestemming 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken' is niet toegestaan, behoudens afwijking volgens artikel 9.4.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van bebouwing op de voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken' aangewezen gronden voor wat betreft:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.2, mits:
Voor het - gedeeltelijk - slopen van bouwwerken en/of objecten binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht Marken' is een omgevingsvergunning vereist.
Het bepaalde in 9.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de - gedeeltelijke - sloop van het bouwwerk en/of object geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied, als beschreven in bijlage 1 'Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht Marken' van deze regels.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorische waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen worden op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming.
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen, worden op of in deze gronden, geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming.
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.2.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen, overkappingen of andere bouwwerken, worden gebouwd, mits:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 11.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend mits de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor dakterrassen geldt:
De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat deze uitsluitend zijn toegestaan, mits:
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
Ten aanzien van het samenwonen van generatiewonen geldt dat een bestaande (bedrijfs)woning of een bestaand woonschip en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt ten behoeve van het samenwonen van generaties, mits:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels per bestemming in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:
De voor 'milieuzone - geurzone' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangegeven bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van nieuwe geurgevoelige objecten.
Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen, in afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en), geen geurgevoelige objecten worden gebouwd.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gronden en bouwwerken als geurgevoelig object.
Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Woningbouw sportcomplex Marken'.
Behorend bij het besluit van 9 juni 2022.