direct naar inhoud van BIJLAGEN BIJ DE REGELS
Plan: Katwoude - Hoogedijk 24
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPLGKAhooged24012-va01

BIJLAGEN BIJ DE REGELS

 

Bijlage 1 Specifieke toetsingscriteria ondergeschikte tak of deeltijdfunctie

Activiteit   Specifieke criteria bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid in artikel 3 onder 3.5.2  
Zorgfunctie   Het moet gaan om de vestiging van een kleinschalige maatschappelijke zorgfunctie, bijvoorbeeld ten behoeve van resocialisatie, therapie, gehandicapten, en dergelijke. Bij een zorgfunctie moet sprake zijn van een directe relatie tussen het agrarisch bedrijf en de sociale en/of sociaal-medische opvang van personen, in die zin dat de bewoners behulpzaam zijn bij de agrarische bedrijfsactiviteiten. Ten behoeve van de huisvesting van personen mag woonruimte worden gerealiseerd. De woonruimte en de voorzieningen ten behoeve van de opvang van personen dienen binnen de bestaande gebouwen te worden aangebracht.  
Productiegebonden detailhandel   Het gaat hier om producten als jam, sap, zuivel, wijn, ijs, brood e.d. gemaakt van de agrarische producten geteeld op het eigen bedrijf en/of in de nabije omgeving. Het mag niet gaan om grootschalige productie. Detailhandel is in beperkte mate mogelijk.
De producten moeten een relatie hebben met het landelijk gebied. De verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van de detailhandel mag ten hoogste 50 m² bedragen.  
Agrarische dienstverlenende bedrijvigheid, gebruiksgerichte paardenhouderijen en andere agrarische aanverwante bedrijvigheid (uitsluitend toegestaan bij volwaardige agrarische bedrijven)   Er moet een relatie zijn met het bijbehorende agrarisch bedrijf. Opslag van bijbehorende goederen of stalling van materieel moet binnen de bebouwing plaats vinden.
   
Het stallen van boten en caravans, en naar de aard daarmee gelijk te stellen vaar- of voertuigen   De stalling en opslag mag uitsluitend ondergebracht worden in de gebouwen. De opslag mag voorts alleen plaatsvinden binnen de bedrijfsvoering van het ter plaatse gevestigde agrarische bedrijf.  
Recreatieappartementen   De exploitatie van de logies mag alleen plaatsvinden in de vorm van een ondergeschikte functie bij een volwaardig agrarisch bedrijf. De ruimtes voor recreatieappartementen moeten in het boerderijpand en/of de bedrijfswoning worden ondergebracht. De logiesverstrekking moet gekoppeld zijn aan het gebruik van een bedrijfswoning en daaraan ondergeschikt zijn.
 
Verhuur van fietsen en kano's, en daarmee vergelijkbare kleinschalige recreatieproducten   De opslag van de fietsen, kano's, en daarmee vergelijkbare kleinschalige recreatieproducten, mag niet buiten het bouwvlak plaatsvinden.  
Niet-agrarische bedrijvigheid als bedoeld in bijlage Bedrijvenlijst 2009 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichten en/of voorwerkbedrijven   De bedrijvigheid wordt ondergebracht in de gebouwen. Er mag geen opslag van goederen buiten de gebouwen plaatshebben.  
Groepsaccommodatie   De bedrijvigheid wordt ondergebracht in de gebouwen. Indien de groepsaccommodatie zich niet bevindt in het gebouw met daarin de bedrijfswoning, dan mag de groepsaccommodatie op niet meer dan 25 m afstand van dat gebouw worden gesitueerd. Er moet sprake zijn van een geheel met de overige gebouwen.  
Theeschenkerij/theetuin   De schenkerij moet binnen de bebouwing gevestigd worden. Een buitenterras ten behoeve van de theeschenkerij mag ten hoogste 50 m² bedragen. De bouwhoogte van een terrasschot/-afscheiding bedraagt ten hoogste 1,50 m.  
Boerengolf   Ten behoeve van het boerengolf dienen alle voorzieningen, met uitzondering van de golfbaan zelf, op het bouwperceel ondergebracht te worden. Het boerengolf moet nadrukkelijk aan de natuurlijke waarden worden getoetst, wat mogelijk ertoe kan leiden dat het boerengolf gedurende bepaalde perioden van het jaar in bepaalde gebieden niet mag worden uitgeoefend vanwege aanwezige natuurlijke waarden. Het algemeen belang van de natuurwaarden wordt een zwaarder gewicht toegekend dan het individuele belang van de agrariër die boerengolf als neventak aan het bedrijf toevoegt.  
Kleinschalig kamperen   Voor het toestaan van standplaatsen van kampeermiddelen gelden de volgende voorwaarden:
- er wordt per bouwperceel ten hoogste één kampeerterrein toegestaan;
- er mogen geen stacaravans worden geplaatst;
- er mag uitsluitend sprake zijn van kamperen op erven/terreinen van agrarische bedrijven binnen de op de verbeelding aangeduide bouwpercelen of de gronden grenzend aan de bouwpercelen:
- er worden niet meer dan 25 kampeermiddelen geplaatst;
- kampeermiddelen worden uitsluitend geplaatst in de periode van 15 maart t/m 31oktober;
- de oppervlakte van het kampeerterrein bedraagt ten hoogste 1600 m², dit met inbegrip van alle bijbehorende functies, zoals parkeren, groenvoorzieningen, sanitair en afvalverwerking;
- per kampeerplaats is ruimte voor minimaal 1 parkeerplaats;
- het terrein waarop de kampeermiddelen worden geplaatst, dient aaneensluitend te zijn;
- ten hoogste 50% van de oppervlakte van het kampeerterrein wordt aansluitend aan het deel binnen het bouwperceel buiten het bouwperceel toegestaan, met dien verstande dat:
* de oppervlakte van het bouwperceel en het deel van het kampeerterrein dat buiten het bouwperceel ligt, maximaal 1,5 hectare bedraagt;
* het deel van het kampeerterrein dat is gelegen buiten het bouwperceel direct aan het bouwperceel grenst (zonder sloot ertussen) over in minimale lengte en/of breedte van 20 meter;
* uitsluitend kampeermiddelen en bijbehorende voertuigen buiten het bouwperceel aanwezig mogen zijn;
- de afstand tussen het kampeerterrein en een ander bouwperceel minimaal 100 meter bedraagt, tenzij die afstand niet haalbaar is, in welk geval de afstand minimaal 50 m bedraagt en er ten hoogste 15 kampeermiddelen worden geplaatst;
- het kampeerterrein dient landschappelijk te worden ingepast met streekeigen beplanting (wilg, els en es / combinatie van boom- en struikvormers in een strook van minimaal 3 meter breed, dan wel door de bestaande bebouwing van het bouwperceel.  

Bijlage 3 Wonen - Stolp

Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Stolp' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen met bijbehorende bouwwerken in de bouwvorm van een stolp, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 2. mantelzorg;
    • 3. kleinschalig toeristisch overnachten;
  • b. het behoud en het herstel van de bestaande hoofdvormen van de stolpen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • d. wegen en paden;
  • e. water;
  • f. rustpunten;

met de daarbijbehorende:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. andere bouwwerken.

Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.

Woonhuizen met bijbehorende bouwwerken binnen een bouwvlak

Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak geldt:

  • a. als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen in de bouwvorm van een stolp gebouwd;
  • b. het aantal hoofdgebouwen bedraagt per bestemmingsvlak ten hoogste één;
  • c. een hoofdgebouw wordt met ten minste één gevel in een naar de weg gekeerde bouwgrens gebouwd;
  • d. bij verbouw of bij nieuwbouw wordt de hoofdvorm van het gebouw, bepaald door de goothoogte en bouwhoogte, dakvorm, oppervlakte alsmede de verhouding tussen lengte- en breedtematen en gevelindeling niet gewijzigd;
  • e. de bijbehorende bouwwerken worden achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • g. de maatvoering van een gebouw of een overkapping voldoet aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw of overkapping   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  max   min   max   max  
Hoofdgebouw   bestaand   bestaand   bestaand   bestaand  
Bijbehorende bouwwerken   3,00   30   60   6,00  

Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak geldt:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt per hoofdgebouw ten hoogste 40 m²;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 50% van de oppervlakte van de gronden behorende bij het hoofdgebouw gelegen buiten het bouwvlak;
  • c. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt ten hoogste 3,00 m;
  • d. de dakhelling van een bijbehorend bouwwerk bedraagt ten minste 30º en ten hoogste 60º;
  • e. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk bedraagt ten hoogste 6,00 m.

Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:

  • a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw ten hoogste 2,00 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7,00 m;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m.

Afwijken van de bouwregels

Afwijken maatvoeringen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in Woonhuizen met bijbehorende bouwwerken binnen een bouwvlak onder d in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen, tot ten hoogste 15%, en gevelindeling van een stolp, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de hoofdvorm van de stolp.

Vergroten oppervlakte bijbehorende bouwwerken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak onder a in die zin dat, met behoud van het bepaalde in Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak onder c, buiten een bouwvlak de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 100 m², mits;

  • a. de vergroting alleen wordt toegestaan op percelen met een omvang van ten minste 1000 m²;
  • b. er sprake is van een goede verhouding tot het hoofdgebouw en het erf;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en het straat- en bebouwingsbeeld.

Saneringsregeling oppervlakte bijbehorende bouwwerken 1

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak onder a, met behoud van het bepaalde in Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak onder b, in die zin dat, indien reeds 200 m² of meer aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, maar minder dan 500 m², een per bestemmingsvlak eenmalige vervangende bouw en/of verbouw van bijbehorende bouwwerken plaats vindt tot een maximum oppervlak van 50% van het oppervlak aan gebouwen boven de 200 m², mits:

  • a. de toepassing van deze afwijking tot gevolg heeft dat er een afname van de bestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt ten gunste van de landschappelijke waarden en de ruimtelijke kwaliteit van het bebouwingsbeeld;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Saneringsregeling oppervlakte bijbehorende bouwwerken 2

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak onder a, met behoud van het bepaalde in Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak onder b, in die zin dat, indien reeds meer dan 500 m² aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, een per bestemmingsvlak eenmalige vervangende bouw en/of verbouw van bijbehorende bouwwerken plaats vindt tot een maximum oppervlak van 20% van het oppervlak aan gebouwen boven de 500 m², mits:

  • a. de toepassing van deze afwijking tot gevolg heeft dat er een afname van de bestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt ten gunste van de landschappelijke waarden en de ruimtelijke kwaliteit van het bebouwingsbeeld;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Veranderen dakhelling bijbehorende bouwwerken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in Bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak onder d in die zin dat de dakhelling van bijbehorende bouwwerken wordt verlaagd dan wel dat een bijbehorend bouwwerk wordt voorzien van een plat dak, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan de in de bestemmingsomschrijving onder a genoemde bedrijvigheid;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een hoofdgebouw zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachting in een hoofdgebouw zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, en meer dan twee kamers worden gebruikt;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristisch overnachten, rustpunten en waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en voor een beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;
  • f. het gebruik van woonhuizen voor meer dan één woning;
  • g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  • h. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/of een tennisbaan, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

Afwijken van de gebruiksregels

Kleinschalig toeristisch overnachten

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de specifieke gebruiksregels onder c en e in die zin dat ten hoogste 50% van de brutovloeroppervlakte van het woonhuis en bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 100 m² wordt gebruikt voor het bieden van een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:

  • a. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • het (gedeeltelijk) verwijderen van een stolp.

Uitzondering

Het bepaalde in de vergunningplicht is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits:

  • a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is;
  • b. het delen van een stolp betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbij door verwijdering daarvan de karakteristieke hoofdvorm van de stolp niet onevenredig wordt aangetast.

Wijzigingsbevoegdheid

Meerdere woningen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een woonhuis, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor meer dan één woning, mits:

  • a. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van het behoud van de stolp;
  • b. ter plaatse tevens de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - meerdere woningen' wordt aangebracht;
  • c. de oppervlakte van het vierkant ten minste 200 m² bedraagt, waarbij de oppervlakte van iedere bedrijfswoning ten minste 100 m² bedraagt;
  • d. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot;
  • e. geen sprake is van een onevenredige beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden van aangrenzende bedrijven;
  • f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Bijlage 4 Agrarisch - Paardenhouderij

Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van gebruiksgerichte paardenhouderijen en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarisch aanverwante bedrijvigheid, al dan niet in combinatie met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • c. wegen en paden;
  • d. water;
  • e. stallingsruimte voor fietsen;
  • f. rustpunten;

met de daarbijbehorende:

  • g. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 2. mantelzorg;
    • 3. kleinschalig toeristisch overnachten;
  • h. paardrijbakken;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. andere bouwwerken.

Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten.

Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in de bestemmingsomschrijving onder a en g bedoelde bouwwerken geldt:

  • a. per bestemmingsvlak worden uitsluitend bouwwerken ten behoeve van het ter plaatse gevestigde agrarisch aanverwante bedrijf gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste één per bestemmingsvlak;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen bedraagt per bestemmingsvlak niet meer dan 60% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
  • d. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg bedraagt ten minste de bestaande afstand;
  • e. bedrijfsgebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden tenminste 2,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
  • f. de maatvoering van een gebouw of een overkapping voldoet voorts aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte/inhoud   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Bedrijfsgebouw of overkapping   -   -   5,00   15   60   11,50  
Bedrijfswoning   600 m³   -   6,00   30   60   10,00  
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning   -   40 m²   3,00   -   60   6,00  

Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt:

  • a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie, zwembaden en tennisbanen gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of de bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7,00 m;
  • d. de bouwhoogte van voedersilo's bedraagt ten hoogste 10,00 m;
  • e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m.

Afwijken van de bouwregels

Goot- en/of bouwhoogte bedrijfsgebouwen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bouwregels in die zin dat de goothoogte en/of de bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen wordt vergroot respectievelijk tot ten hoogste 6,00 m en 15,00 m, mits:

  • a. deze omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend als gevolg van milieumaatregelen en/of maatregelen ten behoeve van het verbeteren van het dierenwelzijn;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Afwijkende bouwvormen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bouwregels in die zin dat bedrijfsgebouwen worden gebouwd in de vorm van serrestallen of naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsgebouwen, mits:

  • a. met een erfinpassingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
  • b. de goothoogte van een bedrijfsgebouw ten hoogste 7,00 m bedraagt;
  • c. de dakhellingsregeling niet van toepassing is;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Afwijking ten behoeve van kleinschalig kamperen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bouwregels in die zin dat ten behoeve van kleinschalig kamperen één gebouw voor sanitaire voorzieningen wordt gebouwd, mits:

  • a. de oppervlakte van het gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt;
  • b. de goothoogte van het gebouw ten hoogste 3,00 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van het gebouw ten hoogste 6,00 bedraagt;
  • d. tevens met omgevingsvergunning is afgeweken van het bepaalde in ondergeschikte tweede tak of deeltijdfunctie in Afwijken van de gebruiksregels voor wat betreft het toestaan van kleinschalig kamperen.

Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachting in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning, en meer dan twee kamers worden gebruikt;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristisch overnachten, rustpunten en waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige manege-activiteiten;
  • f. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en voor een beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid;
  • g. het gebruik van de gronden ten behoeve van een zwembad en/of een tennisbaan, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

Afwijken van de gebruiksregels

Productiegebonden detailhandel

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de specifieke gebruiksregels onder a in die zin dat de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de uitoefening van overige productiegebonden detailhandel, mits:

  • a. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum van 50 m², bedraagt;
  • b. de functie vanuit de bestaande bebouwing moet worden uitgeoefend;
  • c. er sprake is van verkoop van ter plaatse bereide, verwerkte en/of toegepaste producten met een lokaal verzorgingsgebied;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Kleinschalig toeristisch overnachten

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de specifieke gebruiksregels onder c en f in die zin dat ten hoogste 50% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 100 m² wordt gebruikt voor het bieden van een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:

  • a. dit geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Kleinschalig kamperen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de specifieke gebruiksregels onder c in die zin dat gronden worden gebruikt voor het kleinschalig kamperen, mits:

  • a. uitsluitend sprake is van kamperen op erven/terreinen van paardenhouderijen binnen de daarvoor gegeven bestemmingsvlakken of de gronden grenzend aan de bestemmingsvlakken, met dien verstande dat voor het toestaan van een kampeerterrein buiten het bouwvlak tevens een omgevingsvergunning als bedoeld onder kleinschalig kampeerterrein bij een paardenhouderij in Afwijken van de bouwregels is verleend;
  • b. er per bouwperceel ten hoogste één kampeerterrein is toegestaan;
  • c. er geen stacaravans worden geplaatst;
  • d. er ten hoogste 25 kampeermiddelen worden geplaatst;
  • e. kampeermiddelen uitsluitend worden geplaatst in de periode van 15 maart t/m 31 oktober;
  • f. de oppervlakte van het kampeerterrein ten hoogste 1600 m² bedraagt met inbegrip van alle bijbehorende functies, zoals parkeren, groenvoorzieningen, sanitair en afvalverwerking;
  • g. per kampeerplaats ruimte is voor minimaal 1 parkeerplaats;
  • h. het terrein waarop de kampeermiddelen worden geplaatst, aaneensluitend is;
  • i. ten hoogste 50% van de oppervlakte van het kampeerterrein aansluitend aan het deel binnen het bouwperceel buiten het bouwperceel wordt toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte van het bouwperceel en het deel van het kampeerterrein dat buiten het bouwperceel ligt, maximaal 1,5 hectare bedraagt;
    • 2. het deel van het kampeerterrein dat is gelegen buiten het bouwperceel direct aan het bouwperceel grenst (zonder sloot ertussen) over in minimale lengte en/of breedte van 20 meter;
    • 3. uitsluitend kampeermiddelen en bijbehorende voertuigen buiten het bouwperceel aanwezig mogen zijn;
  • j. de afstand tussen het kampeerterrein en een ander bouwperceel minimaal 100 meter bedraagt, tenzij die afstand niet haalbaar is, in welk geval de afstand minimaal 50 m bedraagt en er ten hoogste 15 kampeermiddelen worden geplaatst;
  • k. het kampeerterrein landschappelijk wordt ingepast met streekeigen beplanting (wilg, els en es / combinatie van boom- en struikvormers in een strook van minimaal 3 meter breed, dan wel door de bestaande bebouwing van het bouwperceel.