Plan: | Oosterweg M 26 Purmer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0852.BWLGPUoosterM26-va01 |
het wijzigingsplan Oosterweg M 26 Purmer van de gemeente Waterland;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0852.BWLGPUoosterM26-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0852.BPBGwaterland013-va03 ('Buitengebied Waterland 2013') met de bijbehorende regels en bijlagen, vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 27 november 2014, inclusief de wijzigingen die daarop zijn aangebracht door middel van het parapluplan als genoemd in lid 1.4;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0852.BPWATparaplu2018-va01 ('Waterland-Parapluplan 2018') met de bijbehorende regels en bijlagen, vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 7 juni 2018;
Op het wijzigingsplan zijn verder de begrippen als bedoeld in artikel 1 van het moederplan van overeenkomstige toepassing.
De regels in artikel 2 van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3, zijn van overeenkomstige toepassing.
De regels in artikel 3 van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3, zijn van overeenkomstige toepassing.
De regels in artikel 27 van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan artikel 27.4 (specifieke gebruiksregels) een sublid wordt toegevoegd, luidende:
27.4.1 Landschappelijke inpassing
Het gebruiken van de gronden als paardrijbak binnen de bestemming 'Wonen' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing is gerealiseerd en in stand wordt gehouden overeenkomstig het erfinrichtingsplan dat in Bijlage 1 van de regels is opgenomen, waarbij geldt dat de landschappelijke inpassing binnen 12 maanden na gereedmelding (als bedoeld in artikel 1.25 lid 2 van het Bouwbesluit 2012) van de paardrijbak dient te zijn gerealiseerd.
De regels in artikel 36 van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3, zijn van overeenkomstige toepassing.
De regels in artikel 41 van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3, zijn van overeenkomstige toepassing.
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Een eenmaal als bedrijfswoning gerealiseerd bouwwerk blijft bij de toepassing van deze regels aangemerkt als bedrijfswoning.
Op het wijzigingsplan zijn verder de algemene regels van het moederplan, zoals genoemd in lid 1.3, van overeenkomstige toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan 'Oosterweg M 26 Purmer'.