direct naar inhoud van 2.1 Rijks- en Europeesbeleid
Plan: Projectbesluit Eilandweg
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.PBKBReilandweg010-va01

2.1 Rijks- en Europeesbeleid

Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. De Nota Ruimte (PKB deel 4) is op 27 februari 2006 formeel van kracht geworden.

Een van de hoofddoelen van de nota is dat bij ruimtelijke afwegingen de kwaliteit van het landschap een volwaardige plaats verdienen. Ontwikkelingen met direct of indirect ruimtebeslag in het landelijk gebied moeten zodanig worden ingepast in het landschap dat de ruimtelijke kwaliteit hierdoor wordt bevorderd. Hierbij dient expliciet aandacht te worden besteed aan groen, water, natuur, de perspectieven van de landbouwsector en de cultuurhistorische waarden, zoals beschreven in de Nota Belvedère.

Het ontwerp van de woningbouwlocatie Eilandweg is gebaseerd op aanwezige waardevolle en karakteristieke elementen van het landschap. In het ontwerp is rekeninggehouden met de herkenbare kavelstructuur van de waterrijke polders, het voormalig tracé van de stoomtram, de trekvaart en het groene buitengebied van Broek in Waterland.

AmvB Ruimte

Door het Rijk is het ontwerp Algemene maatregel van bestuur Ruimte (AMvB) opgesteld. De AMvB bevat alle ruimtelijke beleidskaders van het Rijk en vormt het sluitstuk van Rijkszijde van het nieuwe stelsel van ruimtelijke ordening, zoals dat vorig jaar met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking is getreden.

Kaders
De AMvB Ruimte omvat alle ruimtelijke rijksbelangen uit eerder uitgebrachte planologische kernbeslissingen (PKB's) die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de ecologische hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen.

De AMvB Ruimte blijft niet beperkt tot de bestaande ruimtelijke kaders. Ook het meer recente rijksbeleid, dat moet doorwerken tot in de ruimtelijke plannen van andere overheden, zal worden opgenomen in de AMvB. Dit zal gebeuren via een aanvulling van de AMvB die in het derde kwartaal van 2010 in ontwerp naar de Eerste en Tweede Kamer wordt gezonden. Hierin zal mogelijk plaats worden ingeruimd voor onder meer de kaders voor het IJsselmeergebied, de Structuurvisie Randstad 2040 en het Nationaal Waterplan.

Voor het overige hebben Provincies en Gemeenten de vrijheid om hun eigen belangen te bepalen en daar uitvoering aan te geven. Met de eerste tranche van de AMvB Ruimte heeft het Rijk een zo beleidsneutraal mogelijke vertaling gemaakt van bestaande ruimtelijke kaders. De ontwerp-AMvB is in mei 2008 naar de Eerste en Tweede Kamer gezonden en via de Staatscourant en de website van VROM bekend gemaakt. Tot 1 september 2009 heeft een iedereen zijn visie op het ontwerp kenbaar kunnen maken. In januari 2010 is het ontwerpbesluit voor advies voorgelegd aan de Raad van State. Inwerkingtreding is voorzien voor medio 2010.

Verdrag van Malta / Nota Belvedère

Het rijksbeleid is erop gericht de cultuurhistorie leesbaar te houden. Hiertoe is op 16 april 1992 het Europese Verdrag van Malta in Valetta ondertekend. Bescherming van het archeologisch erfgoed in de bodem en de inbedding ervan in de ruimtelijke ontwikkeling is onderwerp van het Verdrag en opgenomen in nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), welke op 1 september 2007 in werking is getreden.

Daarnaast is in 1999 de Nota Belvedère uitgekomen. Deze nota beoogt op rijksniveau integraal cultuurhistorisch beleid te ontwikkelen voor het landschap, de archeologie en de monumentenzorg en gaat uit van de strategie: 'behoud door ontwikkeling'. Het idee is dat cultuurhistorische structuren, landschappen en objecten een duidelijke rol moeten gaan spelen bij ruimtelijke ingrepen op elke schaal. De opgave ligt zowel in het landelijk gebied als in het stedelijk gebied, met een accent op een inhaalslag in het landelijk gebied. In het kader van de nota is een aantal cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden geselecteerd.

Het plangebied maakt deel uit van het Belvedèregebied van de nota Belvedère vanwege de bijzondere cultuurhistorische waarden. Het grondgebied van Broek in Waterland wordt gekenmerkt door laat middeleeuws ensemble van karakteristieke nederzettingsstructuur, het fraaie dorpsgezicht, de houten huizen in specifieke kleuren, de regelmatige strokenverkaveling van de laatmiddeleeuwse veenontginning en de historische dijken. Het grondgebied van de Gemeente Waterland heeft internationale waarde en dient zorgvuldig te worden beschermd. Dit stelt belangrijke eisen aan de verdere ontwikkelingen in het grondgebied. Zo moeten stads- en dorpsuitbreidingen goed ingepast en gestuurd worden en moet de bescherming van de archeologische waarden in bestemmingsplannen worden geïntensiveerd.

Nationaal Waterplan

De Vierde Nota Waterhuishouding is in december 2009 vervangen door het Nationaal Waterplan. Het Nationaal Waterplan zet het beleid uit de Vierde Nota Waterhuishouding versterkt voort. De vierde Nota waterhuishouding ging uit van integraal waterbeheer en een watersysteembenadering. Dit wordt met het nationaal Waterplan voortgezet. Nieuw is dat het nationaal Waterplan tevens een structuurvisie is voor de ruimtelijke aspecten. Het beleidsdoel is het realiseren en in stand houden van duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Het koppelen van andere nationale opgaven en maatschappelijke ontwikkelingen middels gebiedsgerichte aanpak. Bij de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen krijgen de wateraspecten een zwaarder belang in de afweging, dan onder het beleid van de Vierde Nota het geval was.

Conform het beleid van het Nationaal Waterplan ligt de Gemeente Waterland in het Stedelijk Gebied en nabij het gebied IJsselmeer. Voor het Stedelijk Gebied geldt dat opgaven voro wonen, werken, mobiliteit, recreëren , landschap en natuur, water en milieu in samenhang worden aangepakt.

Bij de realisatie van het plangebied wordt rekening gehouden met het Nationaal Waterplan. De extra verharding wordt gecompenseerd. In hoofdstuk 4 wordt inzichtelijk gemaakt welke effecten de nieuwe bebouwing heeft op het waterbeheer in het gebied.

Natuurbeschermingswet en Flora- en faunawet

Rijk, Provincie en Gemeenten hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid de natuur te beschermen. Deze natuurbescherming geschiedt via de twee sporen van gebieds-bescherming en soortbescherming. Bij gebiedsbescherming gaat het om het beschermen van de belangrijkste natuurgebieden door aanwijzing als 'beschermd natuurmonument' op grond van de Natuurbeschermingswet of als 'speciale beschermingszone' op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. Alle natuurgebieden die zijn beschermd op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen vallen onder het Europese netwerk van Natura 2000-gebieden. Bij soortbescherming gaat het om het beschermen van dier- en plantensoorten, onafhankelijk van het gebied waar ze voorkomen. Dit is geregeld in de Flora- en faunawet van april 2002. Het uitgangspunt van beide regelingen is dat wanneer er binnen een gemeente plannen bestaan of projecten ontwikkeld worden, in een vroeg stadium gekeken moet worden of er in het gebied beschermde soorten voorkomen.

Het plangebied is gelegen in de nabijheid van Natura 2000-gebieden.

In hoofdstuk 4 wordt inzichtelijk gemaakt welke effecten de nieuwe bebouwing heeft op de ecologische waarden van het gebied.