direct naar inhoud van 4.9 Externe veiligheid
Plan: Projectbesluit Eilandweg
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.PBKBReilandweg010-va01

4.9 Externe veiligheid

Bij externe veiligheid gaat het om de veiligheid van mensen in een plangebied in relatie tot de opslag, het gebruik, de productie en het transport van gevaarlijke stoffen in of nabij het plangebied, voor zover die activiteiten risico's voor de bevolking kunnen geven.

Voor bepaalde risicovolle bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Besluit heeft tot doel zowel individuele burgers (plaatsgebonden risico) als groepen burgers (groepsgebonden risico) een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het besluit Gemeenten en Provincies in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening afstand te houden tussen gevoelige objecten (zoals woningen) en risicovolle bedrijven.

Voor transport van gevaarlijke stoffen geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS,2004). Deze circulaire adviseert bij transportroutes en buisleidingen met gevaarlijke stoffen veiligheidsafstanden aan te houden.

Nabij het plangebied zijn geen risicovolle bedrijven, waarvoor het Besluit externe veiligheid inrichtingen geldt, aanwezig. Er zijn alleen bedrijven met een minimaal risico aanwezig. Voor deze bedrijven zijn geen bijzondere externe veiligheidsnormen en –regels, anders dan de gangbare regels die gelden om een bepaalde afstand tot de bedrijfsterreingrens aan te houden.

Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg geldt dat de gemeente Waterland een gevaarlijke stoffenroute kent over de N247. De N247 ligt aan de noordkant van het plangebied.

In het kader van externe veiligheid heeft Bureau Tauw in februari 2006 een onderzoek verricht naar de veiligheidsrisico's met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N247 en de N235. Dit onderzoek is in de bijlage opgenomen. De conclusie van het onderzoek is dat voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico bij alle uitbreidingslocatie wordt voldaan aan de geldende eisen. Het plangebied is een van de uitbreidingslocaties van het rapport. De externe veiligheid vormt geen belemmering voor het ontwikkelen van de woonwijk.

Gelet op het feit dat het plangebied in 2006 niet volledig is onderzocht is bovengenoemd onderzoek in juli 2009 geactualiseerd. Het rapport is opgenomen in de bijlage. Uit het actualisatie onderzoek externe veiligheid van 24 juli 2009 kan het volgende worden geconcludeerd.

  • Het plaatsgebonden risico (PR) is niet opnieuw bepaald, omdat de hiervoor relevante parameters niet zijn veranderd. In de voorgaande versie is het PR berekend en lag het 10-6 contour niet buiten de weg. Darmee is aangetoond dat voor het PR aan de grenswaarde wordt voldaan.
  • Door de voorgenomen bebouwing neemt het groepsrisico zeer minimaal toe ten opzichte van de in het vorig onderzoek beschouwde bebouwing, en ligt ondanks diverse worstcase aannamen ruim onder de oriënterende waarde. Omdat het groepsrisico verandert, moet het bevoegd gezag deze verandering verantwoorden.

Advies Brandweer

Op 12 oktober 2009 heeft de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland advies uitgebracht over de verantwoording van het groepsrisico en de mogelijkheden voor hulpverlening en zelfredzaamheid voor de woningbouwlocatie Eilandweg. Het advies is als bijlage toegevoegd.

De brandweer adviseert het college van B&W voor de verantwoording van het groepsrisico de onderstaande punten te overwegen:

  • Voor de appartementengebouwen is het wenselijk dat er voldoende vluchtdeuren/uitgangen, die niet richting de wegzijde (de Provincialenweg N247) leiden.
  • De zelfredzaamheid kan worden vergroot door risicocommunicatie. Hierdoor worden de bewoners geïnformeerd over de mogelijke calamiteiten met gevaarlijke stoffen op de Provincialenweg N247, de waarschuwingsprocedure en de acties, die zij moeten ondernemen om zichzelf in veiligheid c.q. naar een veilig gebied (bijvoorbeeld de keerplek in het zuidoostelijk deel van het plangebied) te brengen.

Daarnaast adviseert de brandweer om de bereikbaarheid voor de brandweer en overige hulpdiensten te verbeteren door de aanleg van een tweede toegangsweg aan de zuidkant van het plangebied. Deze dient als een soort calamiteitenroute in geval de reguliere ontsluitingsroute van het plangebied is gestremd.

De gemeente neemt de punten betreffende de vluchtdeuren en uitgangen van het appartementencomplex en de risicocommunicatie over. Het advies betreffende de tweede toegangsweg legt zij gemotiveerd naast zich neer.